Psychiater John Barker verzamelde een groep mensen wiens voorspellingen griezelig vooruitziend waren. Toen voorzag iemand de dood van Barker zelf...
Op een ochtend in 1966 vindt er een catastrofe plaats in Aberfan, Zuid-Wales. Een hoop steenkoolafval stort in en de lawine treft een basisschool, waarbij meer dan honderd kinderen levend worden begraven. Harold Wilson, de premier, arriveert bij het vallen van de avond, wanneer de lichamen van de kinderen in een rij worden neergelegd voor identificatie door hun ouders.
Velen – mijnwerkers, vrijwilligers, toeristen – reizen na die noodlottige dag af naar de plaats van de ramp. Onder hen ook dokter John Barker, een tweeënveertigjarige psychiater en lid van de Britse Society for Psychical Research, op¬gericht in 1882 om het paranormale te onderzoeken. Barker is daar om mensen in het dorp te interviewen die beweren het ongeval te hebben voorzien. Zo interviewt hij een tienjarig meisje dat droomde van een school met iets zwarts erop. En een achtjarige jongen die duistere figuren in de heuvels tekende onder de woorden the end.
Op basis van hun visioenen begint Barker aan een prometheïsch experiment: de voorgevoelens en profetieën van de natie verzamelen met de bedoeling de informatie op een dag met een computer te analyseren. In de toekomst, zo was hij overtuigd, zou de computer aan de hand van de voorgevoelens van gewone mensen vroegtijdige waarschuwingen voor catastrofes kunnen genereren.
De psychiater die geloofde dat mensen de toekomst konden voorspellen is een literaire, sfeervolle en bijna romantische vertelling van het leven en de schokkende dood van Barker en de mysteries van profetieën en rampspoed, tegen de achtergrond van een paranoïde maar tegelijk ook naar de toekomst hunkerend Groot-Brittannië aan het eind van de jaren zestig.
Our customer service is happy to help. Consult our frequently asked questions or contact us.
Create an account to buy or link an Acco share and buy your books and supplies at reduced rates.
Sign up